naar hoofdtekst gaan

Vooraanzicht

(1) bedieningspaneel

Gebruik het bedieningspaneel om de printerinstellingen te wijzigen of de printer te bedienen.

(2) documentklep
Open deze klep als u een origineel op de glasplaat wilt plaatsen.
(3) klepje over invoersleuf

Voorkomt dat er iets in de invoersleuf valt.

Open de klep om de papiergeleiders te verschuiven en sluit deze voordat u gaat afdrukken.

(4) papiersteun
Trek deze steun uit als u papier in de achterste lade plaatst.
(5) klep van achterste lade
Open de klep om papier in de achterste lade te plaatsen.
(6) achterste lade

Plaats hier papier. Er kunnen twee of meer vellen papier van hetzelfde formaat en type tegelijk worden geplaatst. Het papier wordt automatisch met één vel tegelijk ingevoerd.

(7) papiergeleiders
Schuif beide geleiders tegen beide zijden van de stapel papier aan.
(8) cassette

Plaats een vel normaal papier van A4-, B5-, A5- of Letter-formaat in de cassette en plaats deze in de printer.

(9) papiergeleiders
Schuif de rechter-/linker-/voorkant tegen de papierstapel aan.
(10) cassetteklep
Trek deze uit als u papier in de cassette plaatst.
(11) papieruitvoerlade
Het bedrukte papier wordt uitgevoerd. Trek deze uit voordat u gaat afdrukken.
(12) papieruitvoersteun
Trek deze steun uit ter ondersteuning van het uitgeworpen papier.
(13) verlengstuk van uitvoerlade
Open het verlengstuk ter ondersteuning van uitgeworpen papier.
(14) glasplaat
Plaats hier een origineel.